Er was de hele dag al een ongewone bedrijvigheid geweest op de markt in Loppersum. In de middag werd er begonnen met het opbouwen van een speciale oven om het brons in te smelten. Uiteindelijk zou dat tot een temperatuur van 1100 graden Celsius op gaan lopen. Met handmatig bediende ventilatoren werd het vuur zo hoog opgestookt dat zelf de bakstenen van de oven roodgloeiend kleurden.
Het publiek stond op vrijdagavond rijen dik rondom de tijdelijke werkplaats van de klokkengieters. Rond 20.15 uur werd de kan met gesmolten metaal uit de opengebroken oven gehesen. Het publiek kreeg de opdracht muisstil te blijven totdat het gieten klaar was, want de meestergieter moest aan de hand van het geluid van het metaal in de mal kunnen bepalen of het gietproces geslaagd was. Toen het sein werd gegeven, barstte een enthousiast applaus los en daarna opende Laudy zijn welverdiende flesje bier op de rand van de mal.
De Uurwerkcommissie was aangenaam verrast door alle aandacht en interesse voor het evenement. Cor Haak: ‘Het is erg mooi dat er zoveel mensen op af zijn gekomen. Dat geeft wel aan dat zoiets toch leeft in het dorp.’ Haak is blij dat het geld dat de Lopsters in het verleden hebben gedoneerd voor het onderhoud van het uurwerk en de klokken van de Petrus en Pauluskerk, nu op een passende manier is uitgegeven. ‘Het is een cadeau van het dorp, aan het dorp.’
Het hele proces was uiteraard nog niet afgerond met het gieten. Nadat het metaal was afgekoeld werd de klok op zaterdagochtend uit de mal bevrijd. Met een slijptol werden uitsteeksels en scherpe randjes bijgeschaafd, terwijl Laudy de klok ondertussen steeds testte op een goede toon. Toen de klok helemaal was afgewerkt moest deze de toren nog in. Met een lier werd de uiteindelijk 158 kilo zware klok naar boven gehesen. Daar kreeg ze een plek naast de twee reeds aanwezige klokken en werd ze tenslotte voor de eerste keer trots geluid.